Microsoft zet een belangrijke stap om Copilot in Power BI en Fabric toegankelijker te maken. Met Copilot wordt een gesprek met dataset en het bouwen van datastromen eenvoudiger. Als gebruiker zal meteen opvallen dat de Copilot button is opgelicht en klikbaar is gemaakt. Wat kun je verwachten van de functie en wat moet je regelen om hier daadwerkelijk mee aan de slag te kunnen?
Wat kun je verwachten?
Met Copilot in Power BI kun je natuurlijke taal gebruiken om inzichten uit rapporten en modellen te halen. In Fabric helpt Copilot je bij het bouwen van dataflows, pipelines en queries met AI-ondersteuning. In “gewone” taal kun je vragen stellen aan je dataset, samenvattingen maken en zelfs visuals en dashboards genereren. Voor niet-technische gebruikers wordt hiermee een deel van de huidige PowerBI functies toegankelijker.
Benieuwd hoe dit er uit ziet? Hier vind je inspiratie.
Wat verandert er na 5 september?
Vanaf 5 september zet Microsoft een aantal tenant-instellingen standaard aan. Hiermee wordt de stap naar het gebruik van de assistent eenvoudiger. Deze instellingen moesten hiervoor handmatig worden geactiveerd.
Checklist: wat is er nodig om Copilot te kunnen gebruiken?
Naast de tenant-instellingen zijn er een aantal voorwaarden voordat je aan de slag kunt:
Capaciteit: Copilot vereist een betaalde capaciteit. Minimaal Fabric F2 of Power BI Premium P1. Ook Premium per User (PPU) ondersteunt bepaalde functies.
Beveiliging: Copilot volgt de bestaande Row Level Security (RLS) en Object Level Security (OLS) regels. Gebruikers kunnen dus alleen data opvragen waarvoor zij toegang hebben.
Rechten: Voor het maken en bewerken van rapporten dien je admin, member of contributor te zijn binnen de werkruimte. Voor het maken van samenvattingen of stellen van vragen dien je viewer te zijn.
Tenant-instellingen: Voorheen moesten beheerders toegang geven om data buiten de regio te verwerken. Dat is inmiddels niet meer zo, er is Azure OpenAI verwerkt gegevens binnen de EU zone. Alleen tenants waarvan de capaciteit zich buiten de EU en VS bevindt, is er een extra instelling nodig. Dit betreft de instellingen binnen: “Data sent to Azure OpenAI can be processed outside your tenant’s geographic region…” Dit is nodig, omdat de Azure OpenAI Service beschikbaar is in datacenters binnen deze regio’s.
Praten met je data: Is dat niet te mooi voor woorden?
De eerste ervaringen zijn veelbelovend. Zo zou Copilot je dashboard kunnen bouwen op basis van de data uit je semantisch model of je voorzien van een samenvatting op basis van de data die je op dat moment ziet. Dus sneller bouwen, aanpassen, inzichten opdoen en delen met collega’s. Maar de praktijk laat zien dat je output zo goed is als waar je het mee voedt. Hiermee blijven kwaliteit, structuur en governance van je data(model) cruciaal.
Tijd om Copilot te testen
Wij moedigen je aan om hier komende weken actief mee te testen. Zo ervaar je wat Copilot aan jouw dagelijkse werkzaamheden kan toevoegen en waar de grenzen liggen.
Dan doen wij ook, begin november organiseren wij een kennissessie bij KVL om praktijkervaringen met elkaar uit te wisselen. Wat werkt goed, wat betekent dit voor het werk als analist of engineer of datamanager. Hoe kun je je data het beste voorbereiden? Wil je een uitnodiging ontvangen of heb je vragen die niet tot de kennissessie kunnen wachten? Neem dan gerust contact met ons op.